Oostenburg in Amsterdam wordt een nieuwe woonwijk binnen de ring, met een gemengd woningaanbod voor verschillende doelgroepen. Stoere, robuuste architectuur – uitgevoerd met materialen als baksteen, beton, staal en aluminium – moet straks herinneren aan wat er voorheen was: industrie.
Van Wijnen Heerhugowaard bouwt in deze gebiedsontwikkeling tien blokken met in totaal ruim 500 appartementen voor opdrachtgevers VORM en Steenwell. “Wat het project voor ons bijzonder maakt, is dat we in een heel vroeg stadium zijn ingestapt. Er lag alleen nog maar een volumestudie en een beeldkwaliteitsplan van de architect. Vervolgens zijn wij er als bouwer bij betrokken geraakt. We hebben de adviseurs – architect, constructeur en installatie-adviseur -, die in opdracht van de opdrachtgever werken gecoördineerd en vervolgens de realisatie voor onze rekening genomen. Een soort design and build, kun je zeggen.
Vaste dienstverbanden versus inlenen
De schaal van het project is voor de vestiging Heerhugowaard dermate groot, dat er extra personeel nodig was. “We zijn bij Van Wijnen van de vaste dienstverbanden - werknemers in loondienst – en minder van het inlenen, maar op een project als Oostenburg is dat gewoon nodig. Het is voor ons een uitzonderlijk groot en complex project. We werken hier bijvoorbeeld met een logistiek uitvoerder. Wij hebben zelf geen logistiek uitvoerders in dienst, dus voor die functie lenen we iemand in.”
Daarnaast speelt de gelijktijdigheid van het project. “Die is enorm. Van de tien blokken zijn er inmiddels vijf opgeleverd, dus het bouwvolume neemt wat af, maar op enig moment waren er zeven blokken tegelijkertijd in uitvoering. Ook dat maakte dat we mensen zijn gaan inlenen. Toen ben ik met Kisito van Velox in contact gekomen.”
Uitvoerders
Ingeleende mensen op het project zijn allemaal uitvoerder. “Wij zijn ver op het gebied van BIM en digitaal werken en ook een strak georganiseerd bedrijf. Daardoor werkt het inlenen van uitvoerders goed, maar het inlenen van projectleiders en werkvoorbereiders over het algemeen minder goed.
Inleners worden deel van een projectteam. Dat bestaat altijd uit een projectleider, werkvoorbereider en een uitvoerder, met bij grote en/of complexe projecten vaak nog een assistent-uitvoerder en assistent-werkvoorbereider. “We zorgen er dan zoveel mogelijk voor dat er van dat groepje twee eigen mensen zijn. De derde persoon is dan een inlener die meewerkt met de twee mensen die vast in dienst zijn. En die dus weten hoe we bij Van Wijnen werken.”
Personeelstekort
Zoals alle bedrijven ziet Van Wijnen ook een schrijnend tekort aan vakmensen die het werk op de bouw moeten maken. “Er is geen nieuwe aanwas. Er zijn heel weinig jongeren die een opleiding voor timmerman volgen. We hebben relaties met alle opleidingsinstituten in Noord-Holland, maar er is weinig interesse voor. Op de bouwplaats zie je hetzelfde bij onderaannemers. Dat is wel een enorm groot probleem.”
UTA-personeel: dat is een ander verhaal, zegt Verhaert. “Dat gaat goed. We hebben weleens vacatures, maar die hebben we altijd redelijk snel ingevuld. Hoe dat komt? Ik denk dat wij als Van Wijnen de laatste jaren een heel goede naam hebben gekregen. We stonden bekend als nieuwbouwwoningbouwer. Dat zijn we al heel lang niet meer en ik denk dat steeds meer mensen dat gaan zien. We doen echt heel aansprekende projecten.”
Dat geldt Van Wijnen-breed. “We zijn overgenomen door HAL Investments, we leggen de laatste hand aan een woningfabriek in Heerenveen waar we 150 miljoen euro in investeren – echt uniek wat we daar doen! – en in 2008 zijn we volop gaan investeren in BIM, terwijl veel andere bedrijven gingen bezuinigen. Dat zijn een aantal ontwikkelingen die maken dat Van Wijnen bekend staat als een goede werkgever.”

Maximaal prefabriceren
De genoemde woningfabriek in Heerenveen gaat na de bouwvak draaien. Deze fabriek richt zich specifiek op het geïndustrialiseerde woonproduct van Van Wijnen: Fijn Wonen. “Dat zien we echt als een product. Vergelijk het met een autofabrikant: die heeft heel veel features en allerlei opties waaruit je kan kiezen. Dat kan straks bij onze woningen – laag- en hoogbouw - ook. Alles is voorgeprogrammeerd en gerobotiseerd. In de fabriek werken geen bouwkundige mensen, maar programmeurs.”
De vestigingen leveren maatwerk, dat allemaal door mensenhanden zal worden blijven gemaakt. De insteek daarbij is wel om zoveel mogelijk prefab te doen. “Naast de woningfabriek waar Fijn Wonen-woningen en –appartementen worden geproduceerd, heeft Van Wijnen meerdere fabrieken. Onze prefab betonfabriek maakt de wanden die we op Oostenburg toepassen en de houten kozijnen komen uit onze kozijnenfabriek. De basis bij Van Wijnen is altijd: maximaal prefabriceren.”
“Op enig moment hadden we zeven blokken in uitvoering, en dus zeven projectteams aan het werk.”