Nederland staat voor de transitie naar een circulaire economie. Het Rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’ geeft de ambitie duidelijk aan: 50% minder primair grondstofverbruik in 2030, en een volledig circulaire economie in 2050.
Voor de bouwsector betekent de circulaire economie onder andere: meer en hoogwaardiger hergebruik van bouwmaterialen, -producten en -elementen en een andere aanpak in het uitvragen, ontwerpen en uitvoeren van bouwprojecten. Digitalisering van de gebouwde omgeving is een belangrijk en zelfs een noodzakelijk middel om dit allemaal mogelijk te maken.
Van de ontwikkelfase tot het eind van de gebruiksfase: digitalisering biedt uitkomsten
De transitie naar de circulaire economie in de bouw heeft impact op alle delen van de keten, van de productie van materialen en bouwelementen tot (her)gebruik, sloop en de verwerking van het sloopafval. Digitalisering en het gebruik van geïntegreerde data platforms zijn randvoorwaardelijk om de samenwerking en communicatie tussen alle partijen in de ontwikkelfase te stroomlijnen en te versnellen.
Tijdens de gebruiksfase kan Internet of Things veel functionaliteit toevoegen aan een gebouw of asset, als het bijvoorbeeld gaat om monitoring en predictive maintenance, of het automatisch beheer van het overzicht aan materialen, componenten en producten die zijn opgenomen in het gebouw.
Ook in de fase waarin gebouwen het einde van hun gebruiksduur bereiken, zijn digitale platforms essentieel om de handel in gebruikte bouwmaterialen en -producten te faciliteren met betrouwbare en gedetailleerde informatie over kwaliteit, kwantiteit en beschikbaarheid van secundaire producten.
Eerst bouwsteen voor hergebruik: een paspoort
Om hergebruik op materiaal-, product-, element- en gebouwniveau binnen gebouwen te bevorderen, zien wij het opstellen en toepassen van een paspoort als de noodzakelijke eerste bouwsteen: het fundament. Het paspoort is een digitale registratie van het fysieke object dat documenteert waar een object uit bestaat (zowel kwalitatief als kwantitatief), hoe het is gebouwd en waar het zich bevindt.
Het documenteert het eigenaarschap van het geheel en/of de delen. Op dit moment zien experts een zekere vertraging ontstaan in de digitalisering van de bouwsector, veroorzaakt door onduidelijkheid, de (on)mogelijkheden of de kosten.
Tien randvoorwaarden voor digitalisering in de bouw
Samengevat zijn er vier voorname barrières: er is een gebrek aan standaardisatie; bedrijven ervaren moeilijkheden in het opstellen van een financiële businesscase; er is nog een behoorlijke ontwikkeling van de benodigde datasets & technologie nodig; en er moet nog veel veranderen in de cultuur en gedrag.
Om hier verbetering in te brengen, is er een overzicht gecreëerd van de randvoorwaarden waarin op korte termijn voorzien moet gaan worden om te komen tot grootschalige implementatie van paspoorten en digitalisering in de gebouwde omgeving:
1. De bouwketen levert gezamenlijk de volledige registratie op
2. Er is een standaard voor paspoorten
3. Een centraal registratiesysteem levert een single source of truth
4. Waardevolle informatie wordt zo efficiënt mogelijk vergaard
5. Er is een geüniformeerde bepalingsmethodiek
6. Materialen en producten krijgen financiële waarde
7. Er is een overzicht van vraag en aanbod van bouwmaterialen
8. Informatie is toegankelijk en uitwisselbaar
9. Er is een gedeeld gevoel van urgentie
10. De overheid zet een duidelijke richting uit
Bron: Verstraeten-Jochemsen, J., Van Twillert, W., Teunizen, J., & Oostenrijk, M. (2020). Een circulaire bouweconomie begint met digitalisering van de gebouwde omgeving. Geraadpleegd van C-creators